Vissen doe je met een Net(werk)
1-3-2021
Het lijkt in alle opzichten een slogan van deze tijd; Vissen doe je met een Net(werk). Het betreft de titel van een pamflet uit 2001 met een stappenplan voor het stimuleren van jongerenparticipatie waar ik actief aan heb bijgedragen. Gelijkwaardige samenwerking, netwerken, verbinden, participatie, wederzijds voordeel en doelgericht werken zijn nog steeds, of wederom, leidende thema's.
In 1999 werd ik via een gerenommeerd headhunters bedrijf naar Amsterdam gehaald om daar een grote noodlijdende afdeling van een van de grootste Amsterdamse organisaties voor cultuureducatie onder mijn hoede te nemen. In korte tijd was een aantal leidinggevenden op deze klus stuk gelopen en bij dat soort uitdagingen gaat bij mij dan vreemd genoeg het hart een toerental sneller kloppen.
Al snel werd duidelijk dat het probleem niet zozeer in de afdeling lag, maar bij de algemeen directeur. Deze had gedurende 25 jaar een op angst gebaseerde diepgewortelde top down verdeel-en-heers cultuur gecreëerd. Alles wat je uit de managementboekjes leert over hoe het niet moet, kwam ik in een waaier aan stereotype verschijningsvormen tegen zoals; fouten worden afgestraft, macht overheerst goede argumenten en de angst regeert. Ik stond voor de keus om dit aan te gaan en er zoveel mogelijk van te leren, of mijn heil elders te zoeken. Ik ben er vol voor gegaan en heb er inderdaad veel van geleerd.
Ik werkte in een afdeling aan de andere kant van de stad en kon mij daardoor enigszins aan het dagelijkse oog van de baas onttrekken. Het duurde enige tijd voor ik het vertrouwen van de grotendeels verbitterde medewerkers begon te winnen. Hoe zelfstandiger ik me ten aanzien van de baas gedroeg, hoe beter dat ging. Het bekende dilemma voor veel middenmanagers. In mijn afdeling had ik te maken met een aantal winkeltjes in de winkel. Docenten die onder de radar volledig hun eigen gang gingen en geen goed woord over hadden voor de organisatie waarvoor zij werkten. Wel de lusten en niet de lasten was hun overlevingsstrategie.
Vanuit het klantperspectief was het een; naar binnen gekeerde, oubollige en aanbodgerichte organisatie met een 'witte' twee keer modaal signatuur gelegen in het hart van een gekleurde wijk .
De spreekwoordelijke ivoren toren was hier aardig realiteit geworden.
Ik ben zo snel mogelijk de wijk in gegaan, heb met allerlei mensen en organisaties van diverse pluimages gepraat en mijn oor te luisteren gelegd. Daar bleek veel bereidheid en behoefte tot samenwerken. Ik heb deze externe dynamiek zo snel mogelijk mijn afdeling in gebracht en heb een aantal early adapters betrokken om een wijkproject mee op te helpen zetten. Samen met de lokale welzijnsorganisatie, een aantal scholen en een landelijke vrijwilligersorganisatie hebben we een plan ontwikkeld waarbij kinderen en jongeren met hun muziek en dans naar keuze op allerlei locaties in de buurt laagdrempelig aan de slag konden met een keur aan bevlogen professionals. We kregen voor drie jaar een flink bedrag van het VSB fonds om dit duurzaam van de grond te krijgen. Het werd een groot succes en bleek later qua aanpak en methodiek de basis te worden van onze eigen organisatie Click F1 en veel andere wijkgerelateerde projecten die volgden. Onze aanpak hebben we destijds beschreven in het pamflet: Vissen doe je met een net(werk).
In mijn afdeling had dit meerjarige project veel positieve spinoff tot gevolg. Deze nieuwe praktijk bleek sterker te werken dan een bewogen pleidooi en een dik beleidsplan over hoe het anders zou moeten. De baas keek met lede ogen toe en had maar weinig invloed op dit proces. Vooral ook omdat het zichzelf geheel financieel bedroop met additionele middelen van het VSB fonds. Dat was voor dit type gesubsidieerde organisaties heel bijzonder in die tijd.
Belangrijkste inzicht na dit vier jaar durende avontuur was dat een open cultuur op basis van oprecht onderling vertrouwen de basis is voor een effectieve en succesvolle organisatie.
Mijn ondernemerslust is in deze periode nog sterker gegroeid en het zaadje voor mijn eigen organisatie, die ik niet lang daarna heb opgericht met één van de partners uit het beschreven project, was gezaaid.
Door: Hendrik-Jan Trooster
blog comments powered by Disqus
In 1999 werd ik via een gerenommeerd headhunters bedrijf naar Amsterdam gehaald om daar een grote noodlijdende afdeling van een van de grootste Amsterdamse organisaties voor cultuureducatie onder mijn hoede te nemen. In korte tijd was een aantal leidinggevenden op deze klus stuk gelopen en bij dat soort uitdagingen gaat bij mij dan vreemd genoeg het hart een toerental sneller kloppen.
Al snel werd duidelijk dat het probleem niet zozeer in de afdeling lag, maar bij de algemeen directeur. Deze had gedurende 25 jaar een op angst gebaseerde diepgewortelde top down verdeel-en-heers cultuur gecreëerd. Alles wat je uit de managementboekjes leert over hoe het niet moet, kwam ik in een waaier aan stereotype verschijningsvormen tegen zoals; fouten worden afgestraft, macht overheerst goede argumenten en de angst regeert. Ik stond voor de keus om dit aan te gaan en er zoveel mogelijk van te leren, of mijn heil elders te zoeken. Ik ben er vol voor gegaan en heb er inderdaad veel van geleerd.
Ik werkte in een afdeling aan de andere kant van de stad en kon mij daardoor enigszins aan het dagelijkse oog van de baas onttrekken. Het duurde enige tijd voor ik het vertrouwen van de grotendeels verbitterde medewerkers begon te winnen. Hoe zelfstandiger ik me ten aanzien van de baas gedroeg, hoe beter dat ging. Het bekende dilemma voor veel middenmanagers. In mijn afdeling had ik te maken met een aantal winkeltjes in de winkel. Docenten die onder de radar volledig hun eigen gang gingen en geen goed woord over hadden voor de organisatie waarvoor zij werkten. Wel de lusten en niet de lasten was hun overlevingsstrategie.
Vanuit het klantperspectief was het een; naar binnen gekeerde, oubollige en aanbodgerichte organisatie met een 'witte' twee keer modaal signatuur gelegen in het hart van een gekleurde wijk .
De spreekwoordelijke ivoren toren was hier aardig realiteit geworden.
Ik ben zo snel mogelijk de wijk in gegaan, heb met allerlei mensen en organisaties van diverse pluimages gepraat en mijn oor te luisteren gelegd. Daar bleek veel bereidheid en behoefte tot samenwerken. Ik heb deze externe dynamiek zo snel mogelijk mijn afdeling in gebracht en heb een aantal early adapters betrokken om een wijkproject mee op te helpen zetten. Samen met de lokale welzijnsorganisatie, een aantal scholen en een landelijke vrijwilligersorganisatie hebben we een plan ontwikkeld waarbij kinderen en jongeren met hun muziek en dans naar keuze op allerlei locaties in de buurt laagdrempelig aan de slag konden met een keur aan bevlogen professionals. We kregen voor drie jaar een flink bedrag van het VSB fonds om dit duurzaam van de grond te krijgen. Het werd een groot succes en bleek later qua aanpak en methodiek de basis te worden van onze eigen organisatie Click F1 en veel andere wijkgerelateerde projecten die volgden. Onze aanpak hebben we destijds beschreven in het pamflet: Vissen doe je met een net(werk).
In mijn afdeling had dit meerjarige project veel positieve spinoff tot gevolg. Deze nieuwe praktijk bleek sterker te werken dan een bewogen pleidooi en een dik beleidsplan over hoe het anders zou moeten. De baas keek met lede ogen toe en had maar weinig invloed op dit proces. Vooral ook omdat het zichzelf geheel financieel bedroop met additionele middelen van het VSB fonds. Dat was voor dit type gesubsidieerde organisaties heel bijzonder in die tijd.
Belangrijkste inzicht na dit vier jaar durende avontuur was dat een open cultuur op basis van oprecht onderling vertrouwen de basis is voor een effectieve en succesvolle organisatie.
Mijn ondernemerslust is in deze periode nog sterker gegroeid en het zaadje voor mijn eigen organisatie, die ik niet lang daarna heb opgericht met één van de partners uit het beschreven project, was gezaaid.
Door: Hendrik-Jan Trooster
Training&Advies
Persoonlijke Effectiviteit
Onze maatschappij is bijzonder complex en veeleisend waardoor we soms het gevoel krijgen dat de dingen ons overkomen en we geleid worden in plaats van op te staan en zelf de leiding in een situatie te nemen. Effectief denken en handelen met ruimte voor persoonlijke groei zijn belangrijke onderdelen van een gezonde, duurzame en succesvolle organisatie.
Lees meer...
Aanbevolen